Een brief aan mijn vriend Jan.

 

Beste Jan.

 

Bedankt voor je nieuwjaarswens. 

 

Ik denk dat ik een vrije denker ben. Helemaal zeker weet ik het echter niet. Ik probeer het bovenzinnelijke te beschouwen van uit een onschuldig perspectief. Nee, ik ben niet onschuldig… het perspectief is onschuldig. Daarmee bedoel ik: onbevooroordeeld. Dat is verschrikkelijk moeilijk. Hoelang heb ik het evangelie niet van een heel eenzijdig oogpunt bekeken. Ik had het immers niet anders geleerd.

 

Zo af en toe zoek ik weer eens op het internet naar iets wat mij zou kunnen helpen mij er in te verdiepen. Maar altijd blijkt zo’n benadering door een bepaald geloofsinzicht te zijn beïnvloed. Dat zou op zich niet erg zijn, ware het niet dat de auteur al snel terug grijpt op of verwijst naar leerstelligheden die zijn gelijk bewijzen. Men praat als het ware zichzelf naar de mond. Wat mij alleen maar sterkt in de gedachte dat de geloofsbeleving heel persoonlijk is, ergo, behoort te zijn.

 

Het zijn bepaald niet de eerste de beste die hun kennis met m.b.t. het bovenzinnelijke ten toon spreiden. Elke geloofsrichting heeft auteurs voortgebracht die hun visie geven op de religie waaruit hun geloof voortkomt en allemaal geven zij aan dat hun zienswijze waarheid bevat, de waarheid is of zelfs de enige waarheid is. Ik heb ooit eens een boek gekocht over hoe theologie ook als filosofie erkend kon worden. Vakliteratuur van ruim 600 bladzijden m.b.t. het bovenzinnelijke waarvan je jezelf afvraagt hoe de auteur het bij elkaar krijgt bedacht.  Was nog behoorlijk duur ook. Zeer zware "zwarte kousen kerk" achtige literatuur. Een  must voor hen die predikant of zo wilde worden. Mijn haren gingen er van overeind staan. Ik ben er na een paar hoofdstukken maar mee gestopt.

 

Nu kan men zich afvragen of kennis van het bovenzinnelijke belangrijk is. Belangrijker dan de boodschap van het evangelie bedoel ik. Bewust trek ik een scheidingslijn tussen die twee. Over het bovenzinnelijke kan je oneindig met elkaar praten zonder er uit te komen of overeenstemming te bereiken. Behalve als de groep bestaat uit louter geloofsgenoten. Dan ben je als het ware snel uitgepraat. Men haalt teksten aan uit de bijbel en schriftuur die meestal voortkomt uit de eigen gemeenschap of uitspraken van leiders, pausen, profeten, bisschoppen of voorgangers. “Daar staat het”, of, “hij heeft gezegd”. Tja, wat moet je dan...

 

Dan heb ik het niet over de evangelieboodschap. Simpel gedacht kan je daar met veel liefde met elkaar over praten en leren, wel of niet ondersteund d.m.v. teksten of uitspraken van anderen anders dan die van Hem. Het verschil is de wijze waarop je er mee om gaat.

 

Het bovenzinnelijk is iets wat je alleen maar geloven kan. Het soort geloven dat hoop op iets wat hierna komt geeft en waarnaar je uit kunt zien. Het zijn de persoonlijke ervaringen die het geloof in een bestaan na dit leven gestalte geven. Maar die zijn heel persoonlijk en wat je er mee doet is jouw zaak. Wat een ander er van vindt of denkt is niet altijd belangrijk. En wie wil er nou in de gemeenschap als die zot die "visioenen krijgt" worden gezien. Het evangelie daar en tegen kan geleefd worden, al dan niet met grote overgave. Dat laatste wordt dan wel weer van je verwacht.

 

Het vreemde doet zich echter voor dat jij en ik, de simpele gelovigen, niet geloofd behoeven te worden. Sterker nog, zodra een geloofservaring niet strookt met de geloofsbelijdenis zal men je hierop aanspreken. Terwijl "ons" geloof geheel berust op een visioen van een eenling, die eigenlijk ook niet anders deed dan "out of the box" denken.

 

Je zult moeten kiezen. Volg je de leiders, d.w.z. de visie van de kerk die berust op een persoonlijke ervaring of sta je jezelf toe ook ”out of the box” te denken. Kies je voor het laatste en geef je uiting aan je werkelijke gevoelens, dan is de kans groot dat je woorden/lessen voortaan met grote argwaan beluisterd worden. D.w.z., als je daartoe nog langer de gelegenheid nog krijgt .

 

Wat mij overkwam is, dat ik er zelfs op gewezen werd door de duivel te zijn beïnvloed. Tja, wat moet je dan. Jij gaf mij te kennen dat je behoefte hebt aan een “out of the box” denker. Maar het is zo verschrikkelijk moeilijk om je te mengen in een gesprek dat louter leerstellig wordt benaderd. Ik heb te veel respect voor, laat ik zeggen andersdenkenden, dan dat ik de rust dat hun geloof hen biedt verstoor. Wat heeft het voor zin aan te geven dat een zienswijze op foute informatie berust of zelf helemaal niet waar is. Je kunt zelfs vaak niet eens zeggen hoe je er over denkt zonder direct met een getuigenis van de waarheid, hun waarheid, om de oren te worden geslagen.

 

Soms, heel af en toe lukt het om mijn stem te laten horen. Maar dat betreft dan meestal vrij neutrale zaken. En dan nog moet ik mij vaak inhouden. Maar wie ben ik? Moet ik hen wijzen op een groter licht dat schijnt buiten de grot dan het vlammetje in de grot dat hen comfort biedt (Lees: “Plato’s grot”). Ik wil niet degene zijn waarvan men van te voren denkt: “Wat zou die nou weer hebben?” Of: “Hoe kunnen we hem bekeren?” Tot mijn spijt moet ik toegeven dat ik in het verleden ook vaak over anderen heb gedacht.

 

Vaak denk ik, wat zou ik daar of daarover graag willen spreken, als ik iets opbouwends heb gehoord. Hoe zou ik jullie daar mee op kunnen bouwen? Maar beste vriend, zodra je blijk hebt gegeven “out of the box” te denken behoor je er niet echt meer bij. Hoe raar het ook klinkt, eigenlijk heeft men gelijk. Je bent iets of je bent het niet. Je gelooft iets of je gelooft het niet. En tijdens een geloofsbijeenkomst dien je elkaar in dat geloof op te bouwen. Wie ben ik dan om te vertellen dat sommige dingen heel anders in elkaar zitten.

 

Jezus zegt: “Wie hore wil die hore”… en ik ben Jezus niet. Nou, da’s dan in elk geval een waarheid waar niemand om heen kan. Wie was Jezus eigenlijk? Die vraag moet je eens stellen in de groep en voorbeelden uit andere schriftuur zoals het Thomas evangelie, het evangelie van Maria Magdalena of de Gnostische evangeliën aanhalen. Laat staan de benadering van de bergrede van de Vedanta, een Indische levensbeschouwing. Zoek dan wel van te voren eerst alvast een hoekje uit… jouw eigen kleine hoekje  waarin je je kunt terugtrekken en kunt berusten in het feit dat Jezus wél van je houdt.

 

Henk, 1-1-2018